”De kinderen beginnen er steeds vaker over”, zegt Marianne. “Of het niet verstandig is om ons alvast in te schrijven voor een gelijkvloerse woning.” Ze snapt dat wel, want het huis is groot en ze worden allebei een dagje ouder. “Lange tijd dacht ik nog dat de kleinkinderen hier konden blijven slapen. Maar die zijn nu ook wat ouder en willen dat helemaal niet meer”, grapt Theo.
Toch voelt verhuizen nog ver weg. “Het huis vraagt wat onderhoud, maar dat houdt ons ook fit”, zegt Theo. “Ik loop misschien wel vijftien keer per dag de trap op en neer, bijvoorbeeld om de was te doen of iets te pakken. En ik werk graag in de tuin. Elke dag genieten we van ons huis. Daarom blijven we hier graag wonen.”
Wel nemen ze de zorgen van de kinderen serieus. “Ik was van huis uit niet gewend om te praten over later”, zegt Marianne. “Liever lossen we dingen zelf op.” Maar het gesprek met hun kinderen bleek juist fijn. “Ze begrijpen nu beter waarom we thuis willen blijven wonen. Samen hebben we gekeken wat we kunnen doen om dat mogelijk te maken.”
Zo plaatsen ze een extra trapleuning en zorgen ze voor goede verlichting in de gang. Ook kijken ze samen met de kinderen naar hoe ze het beste de toekomstige zorg kunnen verdelen. De boodschappen laten ze bezorgen. ”Dat scheelt weer sjouwen”, lacht Theo
Benieuwd wat jij kunt doen of hoe je zo’n gesprek over de toekomst voert? Gebruik de gesprekskaarten en kijk op praatvandaagovermorgen010.nl.